Professor in de weetnietkunde

Professor in de weetnietkunde

Meten is weten. Die wijsheid lijkt momenteel tot adagium verheven. In deze onzekere Corona-tijd geven de cijfers van het aantal bezette IC-bedden, het aantal overledenen en het aantal besmettingen ons het gevoel van controle en van ‘begrijpen’. Curves lijken ons grip op de situatie te geven.

Ik doe er soms ook aan mee. Lees hoeveel IC-bedden er eigenlijk zijn in Nederland, in pre-Corona tijd kennelijk voldoende. En dat dat aantal nu dan opgeschaald moet worden, en dat er dan iemand weet tot hoevéél… mijn hoofd draait overuren als ik het allemaal probeer te snappen.

Naast de meten-is-weten-wijsheid is er ook een andere stand. En dat is die van het ‘niet-weten’. Ik moet denken aan mijn vader. Die maakte vroeger graag de grap dat ik later vast ‘professor’ zou worden. Om er dan vervolgens meteen achteraan te gooien: jaaaa, in de weetnietkunde…

Als coach ben ik je ‘tweede viool’, en help ik je om te gaan met het ‘niet-weten’. (had mijn vader toch gelijk😉). Omdat je daar kracht uit put, hoe paradoxaal dat ook klinkt. Ik help je te reflecteren op jezelf en je eigen opvattingen, en reik je verdiepende inzichten aan. Maar bovenal stel ik vragen. Nieuwsgierige, oprechte en soms ook ongemakkelijke vragen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat vragen zorgen voor verdieping en wijsheid en je brengen bij dat wat er toe doet. Vragen heb ik in overvloed, en iedere vraag roept vaak weer een andere op. En zo kom je al vragend, niet-wetend en afpellend steeds toch weer een stapje verder. Antwoorden heb ik dan weer veel minder overigens…

Je zou het haast vergeten in deze tijd, maar de wereld is groter dan die van kennis, feiten en cijfers. Voorbij die ‘harde’ meetbare zaken gaat het over ‘zachte’ waarden die raken aan de kern van ‘mens zijn’. En het gekke is, daar is dus niks ‘softs’ aan. Organisaties waarin aandacht is voor mensen met al hun kwetsbaarheden zijn vaak innovatiever, veerkrachtiger en winstgevender. Dus wat nou soft?

Kunstenaars zijn altijd op zoek naar de ruimte van het niet-weten, naar andere perspectieven en invalshoeken. Daarmee vormt kunst in mijn ogen het fundament voor een menselijke samenleving.

Kunst leert je om te gaan met dingen niet snappen, niet weten. Kunst laat je zien dat er altijd ruimte is voor een andere invalshoek. De Brits-Indiase kunstenaar Anish Kapoor zegt daar bijvoorbeeld over: ‘Ik wil mensen met mijn kunst een maximum aan interpretatiemogelijkheden bieden’.

Dat gebeurde een tijdje geleden overigens wel heel letterlijk toen een bezoeker in zijn werk ‘Descent into limbo’ tuimelde. Het kunstwerk lijkt een zwart gat in de vloer, of is het toch gewoon een geverfde cirkel? De bezoeker kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en viel er dus in…

Naast dat kunst je laat zien dat er meerdere perspectieven zijn, is het ook een oefening om met onzekerheid om te gaan. Want, zie ik wel wat ik denk te zien? Of is het toch iets anders?

Kunst leert je omgaan met paradox en ambivalentie (ik voel weerstand maar het heeft ook iets wat me intrigeert – hoe vaak gebeurt dat niet in je werk ook?). En als je wat langer kijkt, schort je misschien als vanzelf ook je eerste oordeel even op.

Stel nu eens dat je dát kunt meenemen naar je werk, die houding van het even niet weten, je oordeel opschorten en gewoon maar eens even kijken en luisteren… Pure winst volgens mij.

We verlangen naar helderheid, naar antwoorden, zekerheid en oplossingen, maar voor veel zaken kán dat gewoon niet. Die zijn te complex, te gelaagd en te onzeker.

Kunst kan je helpen beter met die hang naar zekerheid om te gaan. Omdat kunst je kan laten zien en voelen dat er meer vragen dan antwoorden zijn. Meer invalshoeken dan de blik vanuit één vast standpunt. Meer ruimte dan beperking. Meer luchtigheid dan stelligheid. Meer…nou ja, vul maar in. Meer van alles dus eigenlijk.

Mijn vader, die van het grapje over de professor in de weetnietkunde, was een selfmade kok in zijn eigen restaurant. Nooit een opleiding gehad. En met maatbekers werkte hij al helemaal niet. Wars als hij was van vakjes, hokjes en meten, ging hij gewoon zijn eigenwijze gang. Hij kookte enorm gevarieerd met een rijkdom aan smaken. Maar je moest niet bij hem om het recept komen, want dat had hij niet. Op gevoel kruidde hij het eten. Altijd heerlijk, nooit hetzelfde. Als geen ander kon hij omgaan met de onzekerheid van het koken zonder recept.

De verzameling grijze maatbekers hierboven vormen een kunstwerk van Oscar Lourens. Mijn vader zou dit in eerste instantie maar gek hebben gevonden, een paar grijs geverfde maatbekers. Hoezo is dat nou kunst? Maar toch. Ik weet zeker dat het idee van ‘het is nog maar de vraag wat je weet als je het meet’ hem had aangesproken. Als het over grote vragen gaat, valt er niks te meten. En moeten we ons vooral nederig opstellen, want we weten het gewoonweg niet.

Professor in de weetnietkunde…toch zo gek nog niet.

Kunstwerk boven: Grey Measurements, Oscar Lourens. Collectie Museum Voorlinden, Wassenaar.

4 Reactie's
  • Jan
    Geplaatst op 13:34h, 30 april Beantwoorden

    Hoi Sylvie,

    Mooi verhaal ,leuk om te lezen.
    Maar ik hou het maar op meten is weten en daarom was ik bouwvakker en geen kok.
    Groeten , Jan van der Kolk

    • Sylvie van der Haar
      Geplaatst op 14:21h, 30 april Beantwoorden

      Haha, dank voor je reactie Jan, helemaal waar! Want mijn vader had er juist als bouwvakker niet veel van gebakken ;-). Zo zie je maar, ieder z’n vak. Juist in de diversiteit zit de kracht en schoonheid!

  • Leonie Visser
    Geplaatst op 14:40h, 18 mei Beantwoorden

    Ik ben het helemaal met je eens. Wat we nu nodig hebben zijn menselijke waardes, en minder meten… Mischien is het daarom zo moeilijk voor de meeste mensen om met menselijke waarden om te gaan, omdat we ze niet kunnen meten. Ik raad iederaan altijd aan om meer naar hun hart te luisteren, en meer hun intuïtie te volgen.
    Jou inzicht is merkwaardig diepgaand en verhelderend, ik hoop nog veel instantes met je te delen.
    Leonie Visser,
    Spanje

Geef een reactie